Scheur van de bicepspees in de elleboog
De biceps, een krachtige elleboogbuiger, kan zijn pezige aanhechting aan de voorarm verliezen waardoor de sterkte van de arm gevoelig vermindert. Dit gebeurt meestal bij mannen met een fysiek zwaar belastend werk.
Anatomie
De biceps van de bovenarm is een spier die ervoor zorgt dat de elleboog buigt maar ook dat de hand naar buiten gedraaid wordt. Om deze bewegingen mogelijk te maken, is de spier met pezen verbonden aan het bot. Aan de bovenzijde is de biceps verbonden met de met de schouder door 2 pezen, een lange en een korte. Hieraan dankt de spier zijn naam: bi-ceps betekent in het Latijn '2-hoofdig'. Aan de onderzijde verbinden deze 2 hoofden zich tot 1 dikke pees (zo'n 8-10 mm dik) om aan te hechten aan de onderarm. Deze aanhechting bevindt zich op het spaakbeen, zodat dit naar buiten gedraaid wordt als de spier in werking treedt. Hoewel de biceps in de bovenarm heel oppervlakkig ligt (net onder de huid), bevindt de aanhechting zich heel diep tussen de spieren van de onderarm.
Als deze laatste pees scheurt, dan schiet ze omhoog in de bovenarm en voelt men onmiddellijk een zwakte bij het plooien van de elleboog en het buitenwaarts draaien van de hand.
Het is echter ook mogelijk dat slechts een gedeelte van de pees scheurt, zodat een deel van de peesvezels aangehecht blijft op het spaakbeen.
Klachten
De bicepspees scheurt meestal na een trauma waarbij men een heel plotse krachtsontwikkeling vraagt, zoals wanneer men vallend zwaar voorwerp wil tegenhouden. Vaak wordt een knak beschreven wanneer men de pees voelt springen.
Nadien kan de elleboog licht zwellen, maar wat vooral opvalt is de zwakte in de elleboog.
Deze is het meeste uitgesproken wanneer men de elleboog wil plooien of wanneer men de hand naar buiten wil opendraaien.
De spier van de biceps blijft gebald achter en de kabel die men normaal over de elleboog kan voelen is afwezig.
Gezien deze situaties zich vaak bij zwaar manueel werk voordoen, is het overgrote deel van deze patiënten mannelijk.
In het geval van een gedeeltelijke scheur worden ook wel meer vrouwelijke patiënten gezien. Deze scheuren kunnen bij hetzelfde trauma mechanisme ontstaan, doch soms komen de klachten langzamer op. In plaats van de zwakte van een volledige scheur, wordt hier eerder pijn ervaren bij gebruik van de biceps.
De biceps is duidelijk opgetrokken in de bovenarm na het scheuren van de bicepspees in de elleboog.
Behandeling
In het geval van een acute volledige scheur is het ongemak en krachtsverlies vaak zo uitgesproken dat dit heelkundig wordt hersteld. Alleen bij oude patiënten met een laag activiteitsniveau kan het een mogelijkheid zijn om dit zonder operatie te behandelen, als dit niet veel hinder geeft.
Bij de operatie wordt het afgescheurde peesuiteinde opgezocht en opnieuw aan de normale aanhechtingsplaats bevestigd. Dit gebeurt d.m.v. een ankersysteem waarbij men de pees tot in het bot van het spaakbeen trekt. Na de ingreep wordt een ellebooggips voorzien gedurende 2 weken, waarna rustige bewegingen mogen worden opgestart. De spanning over de biceps is in het begin voelbaar waardoor de elleboog nog niet meteen volledig kan strekken. Dit verbetert progressief over enkele weken tot maanden. Kracht wordt best gedurende 3 maanden vermeden. Dat komt omdat de peesingroei in het bot ongeveer deze tijd in beslag neemt alvorens weerstand te kunnen bieden aan krachtinspanning.
De resultaten van deze ingreep zijn over het algemeen zeer goed. In het overgrote deel van de gevallen evolueert de toestand zodanig dan met geen functionele hinder ondervindt.
Is de scheur slechts gedeeltelijk, dan wordt zeker eerst een rustperiode ingelast om te bekijken of de last spontaan verbetert na verloop van tijd. Eventueel kan hierbij rustig geoefend worden onder begeleiding van een kinesist. Blijft de last te uitgesproken na 4 tot 6 maanden tijd, dan kan men ook overgaan tot een heelkundig herstel. Hierbij wordt de zieke pees opgezocht aan de aanhechting en de resterende vezels worden ervan losgemaakt, zodat de behandeling verloopt zoals bij een volledige scheur. Na verwijderen van overtollig littekenweefsel wordt dus ook hier de pees opnieuw aan het bot gehecht met een anker in het spaakbeen.
Het herstel achteraf verloopt gelijkaardig met dat van een volledige scheur.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​​​​
Complicaties
Soms kan men tijdelijk een veranderd gevoel ervaren in de onderarm en duim. Tijdens de ingreep dient men de huid en spieren uit de weg te spreiden, waardoor ook een gevoelszenuw in de voorarm wordt uitgerokken. Dit recupereert meestal op enkele weken tot maanden tijd.
Herscheuren van de pees is theoretisch mogelijk maar is zeldzaam. In dat geval kan men een donorpees rond de verzwakte biceps hechten om zo opnieuw aan te fixeren aan het spaakbeen.
​
​